Deze asperges zijn minder mooi dan de klasse I, maar daarom niet minder lekker. Ze komen vaak gewoon van dezelfde teler.
Ze zijn wat kronkeliger van vorm en wat onregelmatig van dikte gesorteerd. Dit zorgt er voor iets meer werk bij het schillen maar na het koken merk je hier niets meer van. De asperges worden lokaal geteeld.
Schil de asperge van boven naar beneden (net onder het kopje beginnen) en sla vooral geen stukjes over. Dat resulteert in draderige asperges. Verwijder ook een duimdikte aan de onderkant. Uiteraard lekker om de traditionele manier met ham, ei en botersaus te bereiden, maar ook zeker lekker om te roerbakken, of in een lekkere aspergesoep.
Maak ze op de traditionele manier: