Witlof -in Vlaanderen witloof- werd volgens de overlevering toevallig ontdekt toen een boer in de oorlog zijn cichoreiwortels onder zand verstopte... Cichorei werd namelijk gebruikt om surogaatkoffie van te maken. De wortels van de wilde cichorei werden gedroogd, geroosterd en gemalen als -gedeeltelijke- vervanging van dure koffie.
Toen hij ze een paar weken later weer opgroef, bleken ze witte bladknoppen te hebben gevormd die best lekker smaakten!
De cichoreiwortels worden in mei gezaaid en in de herfst geoogst. Dan worden de wortels ingekuild en toegedekt met een laag aarde. Onder invloed van de warmte, duisternis en vochtigheid van die laag aarde vormen zich de uitlopers die zich ontwikkelen tot malse bladerkropjes, de witlof.
De op deze manier geteelde lof wordt grondlof genoemd om het verschil aan te geven met de teelt van witlof op water (hydrocultuur).
Rond 1970 ontdekte men namelijk dat de witlof ook in 3 tot 4 weken 'getrokken' kon worden in donkere schuren op verwarmd stromend water. Daardoor is witlof inmiddels geen wintergroente meer, want men kan immers in zo'n hydrocultuur door het hele jaar heen witlof trekken.
Grondlof is wel aan het seizoen gebonden en is een typische wintergroente.